Geluid: een ‘onzichtbare kunst’

We spraken Marco Vermaas voor Nice People Talking. Als filmliefhebber wist Marco al vrij snel dat hij ook maker van film wilde worden. In 2020 won hij een Gouden Kalf voor de Nederlandse thriller ‘Bumperkleef’, een film waarin het geluid naar eigen zeggen de mogelijkheid krijgt om te schitteren. In vergelijking met beeld is geluid volgens Marco moeilijker om over te praten, “het is letterlijk en figuurlijk een onzichtbare kunst”.

Marco Vermaas studeerde af aan de Rietveld Academie waar hij in eerste instantie begon als fotograaf, maar al snel de overstap maakte in de richting van audiovisueel. “Ik ben altijd een liefhebber van film geweest, dus ik wist al snel dat ik ook een maker van film wilde worden”, aldus Marco. “Tijdens en na mijn studie ging ik gewoon aan de slag, het lekker allemaal zelf uitproberen. Zo heb ik verschillende korte films en programma’s gemaakt en voor tv gewerkt. Daarnaast deed ik ook veel animaties en visual effects (VFX). Op een bepaald moment wilde ik toch de keuze maken om me verder te richten op geluid. Op het gebied van beeld en animatie was 3D op dat moment hard aan het opkomen en ik had het idee dat ik die boot een beetje had gemist. Ik had sterk het gevoel dat ik met geluid veel meer kon bereiken.”
In 1995 begon Marco als zelfstandige ‘Studio Vermaas’, een full-service postproductie geluidsstudio. “Langzamerhand is dat steeds groter geworden. Ik merkte al snel dat ik in mijn eentje niet zo slagvaardig was. Je zit namelijk al snel drie of vier maanden in een film en projecten kunnen moeilijk overlappen met elkaar. Om te kunnen groeien ben ik toen met freelancers gaan werken en dat beviel me heel goed. Het samenstellen van de juiste teams voor een film vond en vind ik nu nog steeds heel leuk om te doen.” Op de vraag of Marco zelf muzikaal is aangelegd antwoordt hij lachend: “Als jongetje maakte ik soms hoorspelen. Zelf heb ik nooit een instrument bespeeld, maar een goed gevoel voor geluid en muziek dat heb ik wel.”
Geluid komt vaak pas echt in actie wanneer het beeld op slot zit (picture lock). “Het begint bij het lezen van een script, maar de ervaring leert dat daarin gaandeweg nog veel dingen veranderen. Soms bekijk ik wel al eens een montage versie, maar na de picture lock is het pas echt aan ons om de film door te kijken en te bespreken met de regisseur. De belangrijkste vraag die we onszelf dan stellen is: ‘Wat kunnen wij in sound design voor de film betekenen?’ Wat ik zelf van de film vind is niet belangrijk. Je moet je ego thuislaten en meegaan in het feestje van de regisseur. Als ik vraag waarom bepaalde dingen gedaan zijn, is dat alleen omdat ik een opening zie om iets beter te maken.”
In 2020 werd Marco voor de 5e en 6e keer genomineerd voor een Gouden Kalf, dit keer voor de Nederlandse thrillers 'Marionette' (2020) en 'Bumperkleef' (2019). Hij won het Gouden Kalf voor Beste Sound Design voor de laatstgenoemde film, van regisseur Lodewijk Crijns. “Geluid staat nooit op zichzelf”, antwoordt Marco op de vraag wat goed sound design maakt. “Een film is als geheel een goede film en goed geluid draagt bij aan dat geheel. Als je een goed script, een goede regisseur en goede acteurs hebt, dan maakt dat elkaar alleen maar beter. Dat was ook het geval bij Bumperkleef. Lodewijk is een regisseur die zijn films naar een hoger niveau tilt. Het gegil in de film gaat door merg en been en Lodewijk wil dat dan nog heftiger laten klinken. Bumperkleef is ook het type film waar geluid de kans krijgt om te schitteren en als je dat goed doet, is daar waardering voor.”

Bumperkleef (2019)

Regie: Lodewijk Crijns
Gelukkig zit Marco naar eigen zeggen niet in een hokje van een bepaald soort film of genre. “Ik werk net zo lief aan publieksfilms als 'Gooische Vrouwen', drama’s als 'In Blue', familiefilms als 'Kapsalon Romy', of meer experimentele films als '170 Hz'. De afwisseling is interessant.” Een type film waar geluid volgens Marco uitstekend tot zijn recht komt, is ‘horror’. “Toen ik begon aan de Nederlandse Netflix serie 'Ares' (2020), heb ik echt geprobeerd te doorgronden wat er zo leuk is aan horror. Ik heb meerdere horrorfilms gekeken om daar inspiratie uit te halen. Vaak heeft zo’n serie of film delen waar geen dialoog plaatsvindt, maar alles bestaat uit muziek- en geluidseffecten. Dat is voor ons fantastisch om aan te werken, omdat je het verhaal echt vertelt door middel van geluid. Nu werk ik aan de Deense horrorfilm 'Speak No Evil' en de eerste keer dat je zo’n film ziet, word je soms naar van de gruwelijke dingen die voorbij komen. Gelukkig ga je er na een aantal keren vanuit een technisch oogpunt naar kijken.”
“Het fijne van geluid is dat het veel minder letterlijk is dan beeld. Beeld is vaak afgekaderd en iedereen ziet meteen wat er gebeurt en welke kleuren het heeft. Geluid is veel moeilijker om over te praten. Dat betekent dat je op een hele andere laag werkt, veel onbewuster. Het is letterlijk maar ook figuurlijk een ‘onzichtbare kunst’ en dat is super leuk om mee te experimenteren. Je probeert het gevoel van de kijker op een zo natuurlijk mogelijke manier te sturen. Dat hij of zij echt voelt dat ze naar een nare scene kijken, omdat het heel stil is en je alleen galmen en stemmen hoort vanuit de naastgelegen huiskamer. Geluid valt trouwens vaak pas op, wanneer het niet goed is.”
Tegenwoordig wordt een film niet standaard meer bekeken in de bioscoop, maar kijken mensen thuis via verschillende streamingdiensten en apparaten. Iets wat ook invloed heeft op de ervaring van het geluid bij de kijker. “Eigenlijk gaat het vooral om: Hoe overleeft je mix allerlei omstandigheden? Je maakt een mix voor een zaal in 5.1 of Dolby Atmos en daarnaast lever je mixdowns. Je verkleint als het ware de bioscoopversie, altijd met het doel dat je dezelfde beleving thuis ervaart”, zegt Marco. “Zelf ga ik op een woensdagmiddag ook wel eens naar de Pathé in Zuidoost om naar een film te kijken die ik heb gemixt. Het kan hier in mijn akoestisch ingerichte studio wel leuk klinken, maar het gaat uiteindelijk om hoe het op locatie overkomt. Vaak merk ik dat het geluid in zalen veel te zacht staat. Een veelgehoorde klacht over Nederlandse producties is de verstaanbaarheid, dus ik let erop wat daarvan overeind blijft staan. Daarnaast wil je dat het inhoudelijk overkomt zoals de bedoeling was. Ik luister naar de impact van dingen en de dynamiek, bijvoorbeeld bij een ontploffing of een pistoolschot. Klinkt dat ook op de manier zoals we dat bedoeld hebben?”
En hoe kom je dan aan de juiste geluiden? “We maken veel gebruik van foley, dat zijn geluidseffecten die gecreëerd worden bij het beeld tijdens postproductie. Het gebeurt overigens niet vaak dat we de wereld ingaan om zelf geluiden te verzamelen. Ik droom daar wel eens van om te doen, maar heb daar geen tijd voor. Inmiddels heb ik een geluidsbibliotheek opgebouwd welke bestaat uit bijna een miljoen geluiden en die blijf ik verder uitbreiden. Dat is ook nodig, want je wil niet altijd op dezelfde geluiden uitkomen. Daarnaast maak ik altijd combinaties van verschillende geluiden waardoor er weer iets nieuws ontstaat in een bepaald project.”
Ook is ADR (Automated Dialogue Replacement) een groot onderdeel binnen postproductie. In ADR wordt op een later moment in de geluidsstudio opnieuw dialoog opgenomen door acteurs. Dit is soms nodig om de kwaliteit van het geluid te optimaliseren of om de performance beter te krijgen. “Ik wil er nooit te makkelijk naar grijpen”, zegt Marco. “Maar er is nog nooit een film geweest waar we geen ADR hebben gedaan. Tegenwoordig kunnen we veel oplossen met technologie en de juiste plug-ins, maar soms blijken dialogen echt onverstaanbaar te zijn. ADR is wel ingewikkeld, want acteurs moeten opnieuw een bepaald gevoel oproepen voor het inspreken van een aantal zinnen. Vaak is het zelfs zo dat een matige opname met ruis en imperfectie nog altijd een beter resultaat geeft omdat acteurs goed in hun rol zaten op de set. Aan de andere kant worden er soms ook zinnen bijgeschreven wanneer de film al is gemonteerd. Dan wordt ADR gebruikt voor inhoudelijke redenen. In de film zie je dan vaak iemand op de rug waar we dan een stem onder zetten.”
Tussen films onderling zijn veel verschillen, afhankelijk van het genre en de regisseur. Iedere film is daardoor anders, maar tegelijkertijd is film een hele universele taal die we als mens allemaal snappen. Naast nationale projecten werkt Marco ook aan internationale producties, waaronder recent de Noorse film 'Dragevokterens Jul' (2020) van regisseur Katarina Launing. In de film draait het om een volledig geanimeerde draak, gemaakt door Planet X, iets wat nog niet eerder in Nederland is gedaan. “Ongelooflijk leuk om zo’n in de computer gerenderd ding helemaal tot leven te laten komen”, zegt Marco. “De voetstappen, de huid, alles moest gemaakt worden.”

Dragevokterens Jul (2020)

Regie: Katarina Launing
“In geluid hebben wij veel nagedacht over hoe dat beest zou moeten klinken en hebben veel gewerkt met foley. In een vroeg stadium sprak ik met de regisseur en aangezien het om een kinderfilm ging moest de draak niet te eng zijn. We hebben dat opgelost door er een lieve kleuterdraak van te maken, maar wel een grote en onhandige. We hebben de draak nagels gegeven, die je hoorde krassen en tikken op de grond en ook door hem flapvoetjes te geven, maakte we hem schattiger. Tegelijkertijd gaven we ook gewicht aan het geluid, waardoor hij groot en onhandig werd.”
De film speelt zich af in Noorwegen maar werd in Tsjechië opgenomen. Wat geluid betreft kan er soms een cultureel verschil in gewenning optreden. “Volgens de regisseur zouden de voetstappen van de mensen op straat te ‘droog’ klinken, want er ligt in Noorwegen altijd een drab aan sneeuw en zand. Dat zijn grappige dingen die kunnen verschillen per land. Het is net wat mensen normaal vinden om te horen, een soort gewenning van geluid. Ook zijn we heel lang bezig geweest met het vinden van de juiste stem voor de draak. Dat is in eerste instantie door een Noorse acteur ingesproken, maar uiteindelijk vervormd aan de hand van dierengeluiden. Uiteindelijk kwamen we terecht op het geluid van een zeeleeuw. Dat geluid was zo rijk en heeft zoveel verschillende tonen dat we daar heel goed gebruik van konden maken. Bovendien herkennen weinig mensen het geluid echt waardoor het perfect was voor een draak.”
Tot slot stelde we Marco de lastige vraag wat een van de tofste projecten is geweest waaraan hij heeft gewerkt. “Dan zeg ik ‘170 Hz’ (2012) van regisseur Joost van Ginkel. Die film gaat over twee dove mensen die in gebarentaal praten, waardoor de hele speelfilm zonder dialoog is. Meestal als ik mensen wil laten horen wat we in sound design hebben gedaan, laat ik de dialogen weg en luisteren we naar de M&E (Music & Effects). Deze film was eigenlijk alleen maar M&E. De film werd in zijn geheel verteld door de geluiden er omheen. Het was een hele leuke samenwerking met componist Pascal Plantinga. Die film is toen ook genomineerd voor een Gouden Kalf voor Beste Sound Design.”

170Hz (2012)

Regie: Joost van Ginkel

Meer verhalen...